Literatuur
1919
- Bloys van Treslong Prins, P.C., . In: Genealogische en heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de Kerken der Provincie Utrecht. Utrecht, 1919. [342 blz. ISBN -]. Hierin: blz 272
1971
- Buijtenen, M.P. van, "De St.-Servatiusabdij en Utrechtse Stadsuitleg". In: Archief voor de geschiedenis van de Katholieke kerk in Nederland, 1971 [jrg 13, aflevering 3], blz. 317-334
2004
- Hulzen, dr. A. van, "De Cisterciënsers". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 10-03-2004, blz. 17
1987
- Dienst Volkshuisvesting gemeente Utrecht, Afdeling Bouwkunde, Onderafd. Monumenten, Archeologische Aandachtsgebieden in Utrecht, rapport. Utrecht (Gemeente Utrecht), 12-1987 [40 blz. plus kaarten. ISBN -]. Hierin "De oude Servaasabdij": blz. 20 ("Een legende verhaalt van de verschijning van de heilige Servatius op een morgen heel in de vroegte in het zuidoosten van de stad Utrecht. Hij bood de hovenier van het daargelegen perceel de ruime som van 10 pond, en de eeuwige zaligheid voor het gezin, voor zijn bezittingen. Na het verdwijnen van de heilige vervoegde de hovenier zich bij de abdis van het Benedictinessenklooster in Abstede. De abdis die doorzag dat hier sprake was van een verschijning van de heilige Servatius betaalde de hovenier de 10 pond. Bisschop Otto van Lippe bekostigde daarop rond 1225 de verhuizing van de zusters naar binnen de stad. Daarbij gingen de benedictinessen over naar de cisterciënzer orde. Otto's opvolger bisschop Wilbrand legde de eerste steen van de kloosterkerk van Servatius.")
1997
- Moolenbroek, J.J. van, "Servatius en Johannes. Over de vroegste geschiedenis van het Utrechtse vrouwenklooster van St. Servaas". In: Jaarboek Oud-Utrecht, 1997, blz. 169-204